Het grootste binnenwater van Nederland is het IJsselmeer. Rivieren zijn ook binnenwateren. Op deze binnenwateren wordt gevist, alleen niet in zulke grote hoeveelheden als op zee. Er wordt gevist door sportvissers en beroepsvissers.
De beroepsvissers vangen op deze binnenmeren vooral paling en schubvissen. Voorbeelden van schubvissen zijn karpers en snoekbaars. De vissers maken gebruik van fuiken en netten om de vissen te vangen. Het vissen op binnenwater is anders dan op zee. Omdat de binnenwateren over het algemeen eigendom zijn van de overheid, moet de visser een vergunning hebben om te mogen vissen op die plaats. Een vergunning hebben om te vissen, betekent dat je toestemming hebt gekregen om te vissen op die plaats.
Sportvissers zijn mensen die vissen als hobby hebben. Ze vissen dus niet om veel te vangen en de vangst te verkopen. Ze gebruiken bijna altijd een hengel, in plaats van een net om vissen te vangen. Sportvissers hebben een vergunning nodig om op een binnenwater te mogen vissen. Daarnaast moet een sportvisser ieder jaar een nieuwe sportvisakte kopen. Daarin staat dat je betaald hebt om een jaar te mogen vissen op een bepaalde plaats. De meeste sportvissers vissen op schubvissen.
Back | Top