Quota


Een andere manier om overbevissing tegen te gaan, is het instellen van visquota’s. Een quotum wordt door de overheid opgelegd, om uitputting van een bron te voorkomen. In dit geval is er een quota opgesteld voor de visvangst. Maar er bestaan ook melkquota’s bijvoorbeeld. Deze krijgen boeren die melkkoeien hebben, om ervoor te zorgen dat ze niet teveel melk door hun koeien laten produceren.
 
Een visquota heeft als doel dat de zeeën niet “leeg gevangen” worden. Je kan je wel voorstellen dat wanneer elke visser uit elk land zoveel en zo vaak mag vissen als hij wil, de zeeën op den duur uitgeput raken. Dan zwemmen er dus te weinig vissen meer rond, om zeker te zijn van de toekomst van de visserij (en van de vis). In een quota staat hoeveel vis elk land dat jaar mag vangen. Deze visquota worden ieder jaar in Brussel vastgesteld en alle ministers van de afdeling Visserij van elk EU-land, zijn daarbij aanwezig. Iedere minister probeert natuurlijk voor zijn eigen land een zo groot mogelijk quotum binnen te halen.
 
Voor Nederland wordt het advies bepaald door IMARES. IMARES is een onderzoeksinstituut in Wageningen, dat zich specialiseert in alles wat met ecologisch (dus goed voor het milieu) onderzoek te maken heeft als het gaat om de zee. Wanneer een quotum wordt vastgesteld voor een land, moet iedereen zich daar aan houden. Stel dat een land 50.000 ton schol als quotum krijgt voor een jaar. Dan moet die 50.000 ton verdeeld worden over alle vissers in dat land, zodat er jaarlijks niet meer dan die 50.000 ton schol wordt gevangen. Als je jezelf hier niet aan houdt (als land of als visser) dan krijg je een hoge boete. Op deze manier weten we zeker dat de vissen niet uitsterven en dat de vissers ook in de jaren hierna voldoende vis kunnen vangen om in de behoefte te voorzien.

Back | Top